De kunstenaar
Van kunst wordt de kunstenaar verwacht. De kunstenaar als zijnde het te lokaliseren, aan te spreken en aansprakelijke gedeelte van de kunst, het tegenoverzijnd deel zogezegd, waarzonder de kunst niet tot bestaan zou zijn gekomen. Kunst die gedacht wordt zoals bijvoorbeeld beweging wordt gedacht, als het op rij passeren van verschillende posities waarbij men stil zou kunnen staan, posities van waaruit men beweging kan oproepen; posities van kunstenaars. Maar net zomin als stilstand stand houdt in een werkelijke doordenking, net zomin houdt de kunstenaar als aanspreekbare lokaliteit stand als het om kunst gaat. We denken, omdat er immers kunst is, dat de kunstenaar er ook moet zijn. Echter zij die het niet-zijn weten; zomin als er werkelijk stilstand is in beweging zomin is er de kunstenaar in kunst. Het is allemaal gepraat wat geen kunst wil heten.