Geschiedenisbelt

GOUDA - Dromenbank 14 Mei 1996: Ontmoeting met een bekende Goudse beeldend kunstenaar, tevens lid van de kunstenaarsvereniging Burgvliet. We staan in een gebouw in opbouw, nat beton regent uit de koepel op ons neer. Hij zegt dat ik serieus moet zijn over het monster dat hij waarneemt. Het monster werpt zich op als bruid van Burgvliet, door in de bodem van de kapel te zoeken naar een ring. Er ligt daar een enorme ring begraven. De ring zal de bezegeling zijn van een huwelijk met het monster. ~ 2 Juni 1997: Wethouder Els Scholten verricht de officiële ‘eerste’ opgraving in de Jeruzalemkapel. Gezocht zal o.a. worden naar het graf van de stichter, priester Gijsbrecht Willemz Raet. Kunstcentrum Burgvliet, die de kapel gebruikt voor tentoonstellingen, wordt tijdelijk elders in de stad ondergebracht. Bijna tien jaar later, op 18 januari 2007, bericht het ANP dat de Goudse stadsarcheoloog de stoffelijke resten van de stichter en bouwer heeft gevonden. Een woordvoerder van de gemeente spreekt van een unieke vondst. "Deze Jeruzalemkapel is de enige in Nederland die nog in goede staat is. Deze vondst betekent veel voor het geschiedenisbeeld van onze stad." In periodes van tien jaar kunnen hele steden uit de bodem worden opgegraven, complete talen aan het menselijk geheugen worden terugbezorgd. Tijd speelt geen rol als het om waardevolle resten gaat. Maar is tien jaar een eersteklas podium voor de beeldende kunst braak laten liggen omwille van de botten van de pelgrim uit 1500 niet heel erg mager? Wellicht dwaalt het monster ondertussen ongedurig door de kapel, of door één der aangrenzende zalen, hunkerend naar zijn bruid. Misschien wordt er in het geheim voor hem naar een tweedehands bruid omgekeken, of naar twee bruiden, of wel drie. Of misschien wil de geest van Raet wel verder met rust gelaten worden, en blijft de kapel voor de rest van de tijd tot 2012 onbewoond. Alle rijkdommen krijgen immers vleugels en vliegen weg.