Wensput
De kunstenaar zit in de put, de diepte put haar uit. Haar hersenbeeld wil massa worden. De teller van het tirannieke uur staat elf voor heel. Gekaderd kruipt zij om het zondagse gebabbel uit te sluiten. Haar tijd verstrijkt met waterdichte kit de dag, de koude nacht. Haar wens wordt bijna vader. Reeds nadert hier de samenkomst van munten van het vrome volk om transparant te zinken. Het is een wonder om van kleingeld en een loze, uitgewinkelde gedachte geslaagde daden te verwachten. Het denkbeeld van de kunstenaar is echter bodemloos.