Affirmatie

In de jaren negentig wordt steeds vaker kritiek geuit op de opmars van de calculerende burger. (...) Omstreeks 1900 was dat niet anders. Positivisme en wetenschappelijk optimisme hadden volgens critici de 'homo oeconomicus' mogelijk gemaakt, een armoedige mens, een verlengstuk van de machine. In Nederland werd deze kritiek wijsgerig gelegitimeerd door het hegelianisme. (...) Deze cultuur- en civilisatiekritiek uitte zich in Nederland in twee buitenacademische kringen die elkaar overigens veelvuldig overlapten. Enerzijds was daar de culturele en politieke generatie van Tachtig en anderzijds het occulte logelandschap - een underground avant le lettre - van de spiritisten, theosofen en kolonisten. Vanaf het midden van de jaren negentig lijkt steeds meer sprake van een coherente groep die we kunnen aanduiden als "de wijsgerige beweging". Deze nieuwe generatie van lekenfilosofen wilde de beschikbare geestelijke energie hier en nu 'affirmeren' of 'doorleven' omdat het denken niet langer afhankelijk mocht zijn van een doel ver weg in de toekomst - zoals het socialistische Utopia of het kerkelijke Paradijs. Deze 'affirmatie' - een gedachte die vooral door Nietzsche gekoesterd werd - duidde op de voorkeur voor een praktische levensleer, een levensstijl waarin denken en handelen naadloos in elkaar opgegaan zijn. (Siebe Thissen,1994)