Moeder

Zeggen: 'wat de anderen respecteren, dat moet ik ook beslist in acht nemen,' dat is op gigantische wijze de plank misslaan. Iedereen loopt met vrolijke gezichten, alsof ze deelnemen aan het grote offerfeest, of op nieuwjaar de torens gaan beklimmen! Ik alleen blijf stil, als iemand die nog niet zijn omgeving herkent, als een kindje dat nog niet kan lachen, verloren, alsof ik nergens heb om heen te gaan. Iedereen is vol van overdaad, terwijl alleen ik wel alles verloren lijk te hebben. Sukkelig en onbenullig, ben ik werkelijk dom van aard. De gewone mensen zijn briljant. Ik alleen tast in het duister. De gewone mensen zijn vol van energie, terwijl ik in mijn eentje neerslachtig ben. Ik drijf mee, alsof ik door de zee word meegesleurd; ik zwerf her en der, zonder dat er ooit een eind aan schijnt te komen. Alle mensen hebben talenten, terwijl ik alleen onnozel en onbruikbaar ben. Ja, ik alleen ben anders dan al die mensen: mijn edelheid komt omdat ik mij voed bij de Moeder.' (Lao Zi, 6de eeuw v.Chr.)