Koerier



Ze werden voor de keuze gesteld koningen of koeriers te zijn. Zoals alle kinderen wilden ze allemaal koerier zijn, daarom zijn er louter koeriers. En omdat er geen koningen zijn lopen ze doelloos in het rond en roepen elkaar hun zinloos geworden berichten toe. Graag zouden ze een einde aan hun ellendige leven willen maken, maar vanwege hun ambtseed durven ze dat niet. (Franz Kafka, 1914)