De grote hoop


Een zuiger en een blazer met een lange snuit. Een massa tolt gedwee vooruit. Het losse blad waait niet meer weg, het stuift mechanisch mee. Een dikke slurf, geschouderd in zijn houder, wacht af tot blad en lover gierend door de schacht naar binnen schieten richting biobak, de stille nacht van bladerpracht. Reeds geel en bruin van ouderdom en vederlicht door vochttekort, krijgt ieder nervig velletje een plek in het verzamelgraf. Op de hoop, de grote hoop. Hef het glas eerbiedig op de hoop. Op onze warmte bij elkaar. Op onze toekomst op de composthoop.