Kennis
KOUSEN. Op nylonkousen staat altijd de gauge en dernier in getallen vermeld; dit is de aanduiding voor de fijnheid en de elasticiteit van de kous.
Gauge geeft aan het aantal steken per 38 mm; hoe hoger het nummer van de gauge is, des te meer steken heeft het weefsel en des te sterker en elastischer is de kous. Dernier geeft aan de dikte van de draad; hoe lager het nummer van de dernier, des te fijner is de draad. Gewone wandelkousen hebben vaak 54 gauge en 30 dernier; fijne kousen 66 gauge en 15 dernier.
Koop altijd twee paar precies dezelfde kousen tegelijk; dat is vaak voordeliger dan telkens een enkel paar te kopen, want wanneer 1 kous van elk paar onherstelbaar kapot gaat, dan is er nog een bij elkaar passend paar over. Bij naadloze kousen is er geen kans dat de naad scheef gaat zitten; bij kousen met naad moet daar altijd op gelet worden; scheve naden en rimpelende kousen staan slordig en lelijk. Zorg bij het aantrekken van kousen dat de vingers niet ruw zijn en dat er geen haakjes aan de nagels zitten. De kans op ladders vanuit het boord vermindert wanneer het knopje van de jarretelle beschermd wordt met een stukje lint.
Jonge meisjes kunnen 's zomers gerust met blote benen lopen (mits de benen goed verzorgd zijn!) maar rondlopen met benen die blauw van de kou zien, is lelijk en ongezond. Dan zijn een lange broek, een maillot (collant), gezellige sportkousen of gewone nylons heel wat beter en aardiger. Nylon kousen maken het been mooier, maar zij onthullen een donkere beharing op erbarmelijke wijze; ontharing is dus gewenst.
KREEFT, zie Eetgewoonten.
Uit: mr. A.M.J. van Deinse, Levenskunst voor jonge mensen (1962)