Blijf binnen (1)
Zodra we ons huis verlaten gaat het mis. Metalen grissen, haken, nekken ons bij iedere stap voorwaarts in de wereld. Verkreukeld, verkleumd strompelen we onder loodzware wolken, die breken en mist opslaan in waar het helder was. Stoned door het gedreun van de moordmachine raken onze handen los, raakt liefde bezonken en dolen de zielen, radeloos. Vertrek niet, niet uit verlangen niet uit nood, blijf binnen in de stede, er is niets onderweg dat het innerlijk evenaart. Machteloosheid komt onder overkoepelende positiviteit tot onzinnig besluit. Alle verbanden buiten zijn door ergernis beklonken; blijf levend rustig in de haven thuis, ga enkel in de wereld uit om te begraven.