Man van smarten
Zijn haar oogt vettig, zijn blik staart leeg. Om donder op te wekken, of dodelijke regenvloed, beschikt hij over nauwelijks meer dan zijn geëmailleerde plantenspuit. Ooit man des vredes, nu geplaagd door neergekwakte fietsen bij de deur. En door geluid. Het drukke uitgaansleven trekt voorbij op weinig meters afstand van zijn gevoelig hoofd. Een houten kop krijgt-ie ervan. Beneden in de steeg joelt 's nachts het uitverkoren volk. Gierend lachen daar de zongestoofde meiden. Breed in hun ski-jacks blêren schorre mannen. Bergredes. Lama sabachtani.